Hoe bouw je een kampvuur
Posted on: 24 mei 2023
Een gezellig kampvuur is onontbeerlijk wanneer je gaan kamperen, welk seizoen het ook mag zijn. Kampvuurliedjes, kampvuurspelletjes, glühwein, marshmallows, spookverhalen, en zo veel meer… Een warm vuur warmt je niet alleen op, het brengt ook mensen samen, het kookt je eten, houdt de insecten weg en brengt licht in de donkerte. De dansende vlammen kunnen je hypnotiseren en je zou er wel uren kunnen naar blijven kijken.
1. Voorbereiding
Onderzoek of het wel veilig is om vuur te maken in je kampement. Indien het al een tijdje droog is geweest kan je best eens polsen bij de boswachter, de check-in van de camping of online de lokale regelgeving omtrent vuur maken raadplegen. Mogelijks moet je eerst toestemming krijgen voor je jouw kampvuur in gang mag steken. Denk er aan: 95% van de bosbranden worden veroorzaakt door achteloze kampeerders en wandelaars. Probeer niet te veel met vuur te spelen en houdt steeds genoeg water bij de hand voor noodgevallen.
Indien er geen aangewezen plaats is om vuur te maken, zoek je best een plaatsje dat ver genoeg verwijdert is van bomen en struiken. Verwijder gras en planten, idealiter bevindt er zich binnen een straal van 1,5 meter rond het vuur enkel aarde. Graaf een ondiepe put van ongeveer 15 cm diep. Bouw rond de put een cirkel met de uitgespitte aarde. Deze aarde kan je eventueel ook gebruiken om het vuur te doven mocht deze beginnen te verspreiden. Indien je de mogelijkheid niet hebt om een put te graven kan je ook een cirkel bouwen met stenen. Stenen komen zeker ook van pas indien je van zins bent om te koken op het kampvuur. Deze kunnen als basis dienen om een gril of pan op te plaatsen.
2. Sprokkel materiaal
Er zijn 3 verschillende materialen die nodig zijn om een vuur te starten en gaande te houden:
Tondel: Dit is het kleinste en gemakkelijkst ontvlambare materiaal. Enkel voorbeelden zijn: droge schors, berkenschors, droog gras, droge bladeren, houtschilfers, karton, krantpapier, …
Aanmaakhout: Tondel zal snel vuur vatten, dus je zal iets nodig hebben om het vuur gaande te houden. Een dikke houtblok is te groot om onmiddellijk vuur te vatten, droge twijgjes en takjes zullen sneller in lichtlaaie staan.
Brandhout: Hiermee houd je je vuur brandend. Je brandhout hoeft zeker niet enkel uit grote, dikke blokken hout te bestaan want deze hebben veel meer tijd nodig om in brand te staan. Begin met kleinere blokken en dikke takken zo dik als je pols en bouw langzaam op.
3. Het vuur opbouwen
Het maakt niet uit welke methode je gebruikt: zorg er steeds voor dat je het tondel, aanmaakhout en brandhout voldoende ruimte laat zodanig dat er steeds zuurstof aan kan. Verstik het vuur niet anders zal het doven.
Kies jouw methode:
Tipi-kampvuur: Plaats het tondel in het midden van de kampvuurcirkel. Schik het aanmaakhout bovenop het tondel, maar laat een opening zodat je gemakkelijk het tondel kan aansteken en je voldoende luchttoevoer toelaat. Bouw nu een grotere tipi van brandhout rondom het aanmaakhout, eerst met smallere takken en dan verder met dikker brandhout. Vergeet niet om een opening te laten zodat je aanmaakhout kan toevoegen indien nodig. Dit is de simpelste en meest effectieve manier om een vuur te starten. Perfect voor kampvuren en om op te koken.
Blokhutkampvuur: Begin met een tipi van aanmaakhout te bouwen boven het tondel. Gebruik dan de aller dikste blokken houten als basis naast de tipi. Plaats bovenop nog 2 blokken houten om zo en vierkant te vormen. Bouw de vierkant verder op met steeds dunnere stukken hout totdat je een hut- of piramidevorm verkrijgt. Dit geeft een langdurig vuur dat weinig onderhoud vergt.
Jagersvuur: Net zoals bij een blokhutkampvuur leg je 2 heel dikke houten blokken aan twee kanten van een tipi uit aanmaakhout, maar bij een jagersvuur wordt er niet hogerop gebouwd. Tussen de twee balken kan een bries het vuur verder aanwakkeren terwijl er bovenop een pot of pan geplaatst kan worden om wat lekkers klaar te maken.
Stervuur: Dit vuur is er net één zoals in de echt cowboy films. Begin wederom met een tipi uit aanmaakhout en plaats er houtblokken rondom in een 3 of 5 punt. Perfect voor een diepere vuurplaats en vuren die een hele nacht moeten branden. Deze vuren vereisen weinig onderhoud, vooral wanneer de houtblokken mooi naar beneden gericht liggen zodat ze geleidelijk aan naar beneden schuiven naarmate dat ze verder afbranden.
4. Het vuur aansteken
Steek het tondel aan de basis aan op verschillende plaatsen. Houd de vlam in het oog, let er op dat het aanmaakhout vuur vat en voeg eventueel nog extra twijgjes toe indien nodig. Probeer niet te overdrijven aangezien het vuur zuurstof nodig heeft om goed te kunnen branden. Eens het vuur vertrokken is kan je lekker achteruit zitten en genieten van je vuur. Voeg voldoende brandhout toe wanneer nodig.
5. Doof het vuur
Je maaltijd is klaar, ieders buik zit vol marshmallows en je bent bijna blind door een hele nacht in de vlammen te staren. Jouw vuur heeft z’n werk geleverd en mag gedoofd worden. Begin er op tijd aan. Een vuur blijft langer branden dan je denkt. Je mag het vuur al beginnen doven 20 tot 30 minuten voor je onder zeil gaat. Besprenkel, niet overgieten, het vuur met water. Je de vuurplaats niet onder water indien je het de volgende opnieuw wilt gebruiken. Terwijl je de kolen besprenkelt is het aangeraden in de kolen te roeren zodat je verzekert dat alle kolen nat worden. Wanneer er geen stoom meer zichtbaar is en geen sissend geluid meer waar te nemen is, weet je dat het vuur zo goed als volledig gedoofd is. Voel met je hand eens boven de assen. Indien je nog steeds hitte voelt besprenkel je het vuur verder tot je geen hitte meer voelt. Pas dat weet je dat het vuur echt uit is.
Laat een vuurplaats steeds proper achter. Als je kampeerplaats een vaste vuurplaats heeft zorg je dat je alle assen en kolen verwijdert voor de volgende. Wanneer je er zelf één gemaakt hebt, maakt je de grond opnieuw effen en herstel je de plaats tot hoe jij het hebt aangetroffen.
Geniet van de warmte van je vuur en van alle kampvuurverhalen!